Politieke Context

Op deze pagina gaan we na in hoeverre onze politieke overheid begaan is met mensen met psychiatrische problemen, en welke initiatieven met hiervoor neemt. We gaan ook na wat de standpunten van de verschillende grote politieke partijen daarin zijn.

De Vlaamse Regering

Het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

De psychiatrische gezondheidszorg valt onder de bevoegdheid van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

In de Vlaamse Regering is Jo Vandeurzen, minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, bevoegd voor het zorg- en gezondheidsbeleid in het algemeen.

Hieronder staat een uittreksel uit zijn beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 2009-2014, waaruit blijkt dat hij er zich van bewust is dat veel mensen in onze samenleving ooit psychische of psychiatrische problemen heeft gekend en de vraag naar psychische hulp nog stijgt. Hij wil vooral psychische problemen bespreekbaar maken (door het taboe rond psychiatrisch ziek zijn te doorbreken en stigmatisering te vermijden) en wijst op de nood voor een snelle (vroegtijdige detectie van psychiatrische problemen) en efficiënte geestelijke gezondheidszorg met betere toegankelijkheid, ook en vooral voor de sociaal en financieel zwakkeren:

Cliëntgeoriënteerde organisatie van de geestelijke gezondheidszorg

Allerlei maatschappelijke fenomenen zetten de geestelijke gezondheid van de Vlaming onder druk: hoge verwachtingen op het werk, werkonzekerheid, toegenomen fileleed en andere stressfactoren in het verkeer, het verlies van ‘rust’ in de woonwijken, een bijna agressieve interferentie van GSM of email, het toegenomen onveiligheidsgevoel, het wegvallen van ‘historische zekerheden bij levensvragen… Het natuurlijk relatieweefsel is minder standvastig, minder dicht en/of minder persoonlijk: partnerrelaties houden minder lang stand, families worden hertekend, rolvoorbeelden worden schaarser of worden in vraag gesteld, de buren wonen (minstens figuurlijk) steeds verder af en de dagelijkse communicatie verloopt steeds meer elektronisch en steeds minder via een mens aan de andere kant (van de tafel, de lijn of het loket).

Het is dan niet zo verwonderlijk dat de balans draaglast – draagkracht bij meer en meer burgers uit balans raakt en de geestelijke gezondheid van de Vlaming onder druk zet. In vergelijking met andere landen ligt het zwaartepunt van de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen sterk op de intramurale ziekenhuiszorg. Nochtans zijn de resultaten van zorg en de tevredenheid van patiënten en familie beter, wanneer de zorg vroeg en zo dicht mogelijk is geïntegreerd in de samenleving, in de gemeente, de buurt, de straat waar de patiënt woont.

We willen dan ook snel een conceptnota ontwikkelen met voorstellen voor een globaal Vlaams beleid inzake geestelijke gezondheidszorg. Dit beleid is gericht op een transformatie van een algemeen, aanbodsgerichte GGZ-hulpverlening van diensten en instellingen naar voorzieningoverschrijdende zorgprogramma’s voor leeftijdsdoelgroepen.

Met betrekking tot de centra geestelijke gezondheidszorg zullen we daarnaast verder de nadruk leggen op outreachende zorg, thuiszorg en het inzetten van hun expertise in de welzijns- en gezondheidsdiensten op de eerste lijn. Het aanbod van de CGG moet aangestuurd worden opdat het toegankelijk zou zijn en beschikbaar in een zo vroeg mogelijk stadium van psychopathologie. Een evaluatie hiervan moet leiden tot een vernieuwde programmatie op langere termijn.

Nieuwe opdrachten voor de CGG willen we koppelen aan een financieringstechniek die meer gericht is op efficiëntie en output.

Ook de wijkgezondheidscentra zullen gestimuleerd worden om de aandacht te versterken voor vroegtijdige detectie, behandeling van of verwijzing voor problemen van geestelijke gezondheid bij mensen die wonen in kansarme wijken. Dit moet leiden tot een betere toegankelijkheid van de globale geestelijke gezondheidszorg voor mensen die in armoede leven.

Ondanks het feit dat ongeveer een vierde van de bevolking in Vlaanderen ooit te kampen krijgt met psychische problemen, hangt hierrond nog steeds een taboe. Daarom willen we blijven inzetten op het bespreekbaar maken van psychische problemen en op een destigmatisering van de problematiek van de geestelijke gezondheidzorg. We willen daarbij aandacht hebben voor de belangenbehartiging van psychiatrische patiënten en voor het “gezinsvriendelijker” maken van de geestelijke gezondheidszorg met name voor de familieleden van personen met ernstige psychische problemen.

Preventie van depressie en zelfdoding

Om accenten te leggen binnen het preventieve gezondheidsbeleid werkt de Vlaamse overheid met gezondheidsdoelstellingen. Dat zijn specifieke, meetbare en algemeen aanvaarde doelstellingen die binnen een bepaalde periode gerealiseerd moeten worden. De Vlaamse overheid startte ermee in 1998, in navolging van de Wereldgezondheidsorganisatie.

In het kader van de geestelijke gezondheidszorg heeft de Vlaamse Gemeenschap een gezondheidsdoelstellingen voor wat betreft zelfdoding en depressie vooropgesteld. Deze gezondheidsdoelstelling luidt als volgt: "De sterfte door zelfdoding bij mannen en vrouwen moet tegen 2010 verminderd zijn met 8% ten opzichte van 2000."

Die hoofddoelstelling is verder uitgewerkt tot 3 subdoelstellingen:

  • daling van het aantal suïcidepogingen
  • daling van de suïcidale ideatie
  • daling van het aantal depressies.

Op 19 juli 2007 keurde de Vlaamse Regering deze gezondheidsdoelstelling met bijhorend actieplan officieel goed.

Volgend uittreksel uit dit actieplan legt een duidelijk verband tussen zelfdoding en psychiatrische problemen:

Uit wetenschappelijke retrospectieve studies blijkt dat meer dan 90% van de personen overleden aan zelfdoding, leden aan een psychiatrische stoornis en dat een aantal psychiatrische stoornissen zoals depressie, schizofrenie, middelengebruik en persoonlijkheidsstoornissen gepaard gaan met een beduidend hoger zelfdodingsrisico. De meest voorkomende diagnose die wordt vastgesteld bij een psychologisch autopsieonderzoek van Henrikkson is stemmingsstoornissen (60%). In 40% van de gevallen wordt alcoholmisbruik gediagnosticeerd. Persoonlijkheidsstoornissen komen ook frequent voor (30%). Schizofrenie wordt in 7% van de betrokkenen vastgesteld. De psychologische autopsie studie van Portzky et al. (2005) bij Vlaamse jonge suïcideslachtoffers geeft aan dat bij alle slachtoffers een psychiatrische stoornis kon worden gediagnosticeerd waarbij stemmingsstoornissen (69%) en middelenmisbruik (52%) het meest frequent werden vastgesteld. Het risico dat iemand die depressief is ooit zelfdoding zal plegen, bedraagt 6 tot 15%.

Bijgevolg bevat het actieplan onder andere volgende initiatieven:

  • Campagnes om het bewustzijn van de bevolking over zelfdoding, depressie en geestelijke gezondheidsproblemen te verhogen.
  • Extra vorming voor profesionelen (politie, welzijnwerkers, …) om de symptoomherkenning van depressie en andere geestelijke gezondheidsproblemen te verbeteren, net zoals de kennis van de mogelijke behandelingen en mogelijke verwijzingen naar bestaande hulpverlening. Vroegdetectie en diagnose van psychiatrische aandoeningen zoals schizofrene psychose zijn belangrijk.
  • Professionele ondersteuning van de kinderen van ouders met psychiatrische problemen vermijdt dat zij later zelf depressies en andere psychische problemen ontwikkelen. Daarvoor wordt afgestemd met Vlaamse stuurgroep KOPP die initiatieven neemt voor dergelijk kinderen. De organisatie KOPP Vlaanderen wordt op deze site hier nog verder besproken.

Dit actieplan wordt aangestuurd door één werkgroep: de Vlaamse werkgroep suïcidepreventie. In de werkgroep zitten experten, vertegenwoordigers van verschillende sectoren, nabestaanden en ervaringsdeskundigen.

Het Vlaams beleid rond drugs

Voor de uitvoering van het Vlaams beleid rond drugs werkt de Vlaamse overheid samen met de volgende organisaties:

  • De Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD)
  • De regionale alcohol- en drugpreventiewerkers bij de centra voor geestelijke gezondheidszorg (zie volgende paragraaf)

Voorzieningen voor Psychiatrische Zorg

Praktisch alle voorzieningen rond geestelijke gezondheidszorg vallen onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid (voor die voorzieningen baseert de Vlaamse overheid zich echter in sommige gevallen op normen die de federale overheid heeft bepaald: zie de Juridische Context hiervoor). Hier volgt een overzicht van de psychiatrische voorzieningen die dus allen onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid vallen.

Openbare psychiatrische zorgcentra (OPZ)

In Vlaanderen zijn er 2 “openbare psychiatrische zorgcentra” (OPZ): het zijn overheidsorganisaties binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, die een waaier aan psychiatrische verzorging aanbieden voor mensen met psychische problemen. De samenwerking tussen centra en de Vlaamse Gemeenschap wordt geregeld via een beheersovereenkomst (telkens afgesloten voor een periode van 2 jaar).

Dergelijke beheerovereenkomst legt de wederzijdse rechten en verplichtingen van de Vlaamse Regering en het zorgcentrum vast: het komt er in grote lijnen op neer dat de regering zorgt voor de financiering, en het zorgcentrum verantwoordelijk is voor het organiseren van openbare geestelijke gezondheidszorg waar elke persoon in psychische nood een kwaliteitsvolle behandeling en dienstverlening vindt.

Dit zijn de twee overheidsinstellingen (waar dus de Vlaamse overheid de werkgever is) waar mensen in psychische nood terecht kunnen, telkens met een link naar de beheersovereenkomst:

Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)

In Vlaanderen zijn er 20 centra voor geestelijke gezondheidszorg die erkend zijn door het Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid1. De erkende centra voor geestelijke gezondheidszorg kunnen rekenen op subsidies van de vlaamse overheid: het is de Vlaamse Gemeenschap die bevoegd is voor de planning en de erkenning van deze centra.

In een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) kunnen mensen met psychische problemen hulp krijgen. Deze hulp is medisch-psychiatrisch en/of psychotherapeutisch van aard:

  • in het eerste geval stelt een geneesheer-psychiater een diagnose en wordt meestal medicatie voorgeschreven
  • in het tweede geval bieden psychologen of andere gekwalificeerde medewerkers hulp via een reeks gesprekken; de patiënt krijgt aldus de mogelijkheid een aantal emoties of ervaringen beter te verwerken.

De hulpverlening in een CGG gebeurt enkel tijdens een consultatie. Er is dus geen opname of verblijf.

De hulpvrager wordt meestal naar een CGG doorverwezen door bijvoorbeeld een huisarts of een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). Dat betekent dat niet iedereen met om het even welke psychologische of relationele moeilijkheid in een centrum terecht kan. Het moet gaan om een ernstig probleem of een probleem dat het risico in zich draagt om chronisch te worden. Daarnaast wordt ook begeleiding geboden aan chronische psychiatrische patiënten, waarvoor een volledig herstel niet meer mogelijk is.

In een CGG zijn er meestal aparte teams voor volwassenen en voor kinderen en jongeren. Elk team bestaat uit één of meerdere psychiaters, psychologen en maatschappelijk werkers.

De loon- en werkingskosten van de CGG's worden door de overheid gefinancierd. Van de hulpvragers wordt slechts een beperkte financiële bijdrage gevraagd. De overheid verwacht dan ook dat de CGG's bijzondere aandacht hebben voor de sociaal en financieel zwakkeren.

Ook in Kortrijk is er een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, met name Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Mandel en Leie, met vestigingsplaatsen in Tielt, Izegem en Menen.

Psychiatrische verzorgingstehuizen, Psychiatrische ziekenhuizen en beschut wonen

De Vlaamse Gemeenschap is ook (via het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid) bevoegd voor de planning, de erkenning van en het toezicht op

  • de psychiatrische ziekenhuizen
  • de psychiatrische verzorgingstehuizen
  • beschut wonen

Erkende instellingen kunnen dus rekenen op subsidies van de Vlaamse overheid.

Psychiatrische ziekenhuizen

Psychiatrische ziekenhuizen verlenen alle psychiatrische zorg aan volwassenen. Ernstige depressie, psychotische stoornissen of alcoholafhankelijkheid …: wie met ernstige psychische problemen kampt, kan tot een erkend psychiatrisch ziekenhuis worden toegelaten. Binnen een of meer gespecialiseerde diensten zoeken en bieden multidisciplinaire teams (psychiater, psycholoog, ergotherapeut, verpleegkundige, sociaal werker …) de behandeling die het best geschikt is voor het betreffende probleem.

Er moet worden opgemerkt dat in sommige psychiatrische dagcentra patiënten een ambulante behandeling kunnen volgen. Dat betekent dat zij 's avonds naar huis kunnen terugkeren.

Psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT)

In Vlaanderen zijn er 24 erkende psychiatrische verzorgingstehuizen. De PVT's zijn vooral in het leven geroepen om psychiatrische bedden voor chronische patiënten in de psychiatrische ziekenhuizen af te bouwen.

In een PVT verblijven 2 types bewoners:

  • personen met een langdurige en gestabiliseerde psychische stoornis
  • personen met een mentale handicap.

Het zijn personen die niet (meer) in een psychiatrisch ziekenhuis moeten worden verzorgd, omdat hun psychische problemen gestabiliseerd zijn. Voor de meeste bewoners is het PVT hun definitieve verblijfsplaats.

Beschut wonen

Een initiatief voor Beschut Wonen begeleidt mensen met psychische problemen die echter geen nood hebben aan een permanent verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. Zij moeten wel nog geholpen worden bij het wonen en bij het verwerven van sociale vaardigheden. Alleen wonen zonder professionele hulp is onmogelijk voor hen.

Beschut wonen betekent voor sommige personen een overgang naar een zelfstandig leven in de maatschappij, voor anderen is beschut wonen een definitieve woonvorm.

Standpunten van de politieke partijen.

CD&V

Op de site van de CD&V is onder het thema gezondheidszorg weinig concreets vermeld in verband met geestelijk gezondheidszorg, behalve dan dat men meer preventie en ondersteunend beleid wil rond dementie.

De laatste vier Vlaamse ministers van Welzijn en Gezondheid (bevoegd voor geestelijk gezondheidszorg) waren echter allemaal van de CD&V:

  • 2004-2007: Inge Vervotte
  • 2007-2008: Steven Vanackere
  • 2009-2009: Veerle Heeren
  • 2009-heden: Jo Vandeurzen

De beleidsnota van huidig minister Jo Vandeurzen (hierboven reeds vermeld en besproken) is dus wellicht representatief voor het CD&V standpunt.

N-VA

Uit dit persbericht van de N-VA blijkt dat deze partij veel belang hecht aan de geestelijke gezondheidszorg en van het standpunt is dat de Vlaamse overheid de geestelijke gezondheidszorg beter moet uitbouwen. Niet alleen de Vlaamse overhied, maar ook de Europese Unie heeft, volgens N-VA Europarlementslid Frieda Brepoels in dit persbericht, een belangrijke rol te spelen in het verbeteren van de geestelijke gezondheidszorg. In dit bericht klaagt ze aan dat de meeste Europese lidstaten onvoldoende doen om mensen met mentale problemen te helpen, en dat de verschillende zorgorganisaties onvoldoende samenwerken en bovendien kampen met ernstige financiële tekorten.

Volgend uittreksel komt uit het dossier "Gezondheid" van de N-VA, en verwoordt het standpunt van de partij omtrent geestelijke gezondheidszorg:

De N-VA is zich ervan bewust dat 12% van de Vlamingen kampt met ernstige psychische problemen. Zo zijn slaapproblemen, drug-, geneesmiddelen- en alcoholmisbruik, depressies en zelfdoding, niet meer weg te denken uit onze samenleving. De N-VA wil dat mensen met psychische problemen binnen de week terecht kunnen in een laagdrempelig centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Daarom pakken we de wachtlijsten aan door een systematische en structurele uitbreiding van de capaciteit. Die uitbreiding realiseren we niet enkel in de residentiële opvang. Dit moet ook in beter te omkaderen psychiatrische thuisverzorging, en in de al of niet private centra voor geestelijke gezondheidszorg. Niet-stigmatiserende acute zorg is hier nodig. Spoedgevallendiensten krijgen een omkadering voor psychosociale opvang. De N-VA zorgt voor een structurele financiële inspanning voor kinder-, jeugd- en forensische psychiatrie en verliest ook de nazorg niet uit het oog. Zelfdodingpreventie en -opvang bij jongeren en jongvolwassenen (18-25 jaar) is een absolute maatschappelijke prioriteit. Juist op deze kritieke leeftijd - de eerste zelfstandigheid, de seksuele geaardheid, de stress bij de studies (zie de vele zelfdodingen bij universiteitsstudenten) - is er geen opvang voor deze jongeren. Tot 18 jaar kunnen ze opgevangen worden in speciale zelfdodingcentra. Daarna worden ze naar de psychiatrie verwezen. Deze jongeren horen niet thuis tussen psychiatrische patiënten.
Specifieke centra, die de jongeren begeleiden en waar ze met hun problemen heen kunnen en vooral met leeftijdsgenoten kunnen praten, zijn hier nodig. De N-VA ondersteunt alle laagdrempelige initiatieven waar jongeren met psychische en andere relatie- en/of opvoedingsproblemen al dan niet anoniem terecht kunnen.

Groen!

In hun standpunt omtrent Gezondheid, zegt Groen! onder andere dat kwalitatieve gezondheidszorgen voor iedereen toegankelijk moet zijn, maar vermeldt men niets specifiek over geestelijke gezondheidszorg.

In dit opiniestuk klaagt Wouter De Vriendt (kamerlid Groen!) de lange wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg aan.

SPA

Volgend uittreksel uit het programma standpunt omtrent gezondheid en welzijn van de SP-A vraagt naast meer toegankelijkheid en middelen (om wachtlijsten te verkorten) voor de geestelijke gezondheidszorg, ook extra aandacht voor outderen met psychische problemen, begeleid wonen en zelfdoding:

  • De centra voor geestelijke gezondheidszorg moeten uit de taboesfeer komen. Ze moeten beter toegankelijk gemaakt worden. Dit is onder meer essentieel voor de aanpak van het toenemende probleem van depressieve aandoeningen. Er is dringend nood aan meer psychiatrische thuiszorg en aan ambulante geestelijke gezondheidszorg, o.a. via het internet.
  • Binnen de centra voor geestelijke gezondheidszorg moeten absoluut meer aandacht en middelen besteed worden aan de opvang van kinderen en jongeren. Wachtlijsten leiden tot onomkeerbare drama’s en zijn onaanvaardbaar. De opname in een instelling van jongeren met ernstige psychiatrische problemen kan zeer dikwijls vermeden worden door kinderpsychiatrische hulp aan huis. Daarvoor komt gedurende enkele maanden een psychiatrisch team bij de jongere thuis om te werken met de jongere zelf, de ouders, de school, de buurt…
  • Binnen de geestelijke gezondheidszorg vormen zeker de ouderen met psychische problemen een bijzondere doelgroep waarvoor specifieke aandacht vereist is.
  • Nieuwe aangepaste woonformules moeten gezocht worden teneinde de woningnood van psychiatrische patiënten weg te werken. Indien deze ontoereikend blijven voor deze doelgroep moeten de bestaande woonmogelijkheden (beschut, begeleid wonen e.d.m.) uitgebreid worden.
  • Zelfdoding komt in Vlaanderen veel meer voor dan in andere landen. Het is de belangrijkste doodsoorzaak voor dertigers en voor mannelijke veertigers. Vele mensen kunnen niet meer mee. Er is teveel stress op school, op het werk, in het gezin. Ook vele ouderen zien in zelfdoding een uitweg voor hun eenzaamheid, vertwijfeling en toenemende zorgafhankelijkheid en mentale ontreddering. Zelfmoordpreventie moet een belangrijk aandachtspunt van het beleid worden. Daarnaast is het dringend nodig begeleidingsmogelijkheden te creëren voor de nabestaanden. Momenteel bestaat deze begeleiding haast volledig uit vrijwilligerswerk.

Open VLD

In deze nieuwsbrief van 7 oktober 2010 zegt Vlaams parlementslid Vera Van der Borght dat er dringend meer aandacht is nodig voor geestelijke zorg en begeleiding (onder andere de lange wachtlijsten zijn onaanvaardbaar):

Het aantal zelfmoorden ligt in Vlaanderen zeer hoog, er zijn meer en meer mensen die kampen met depressies en psychische problemen. Daartegenover staat een schrijnend tekort aan begeleiding en ondersteuning vanuit de sector. Er zijn wachttijden in de CGG’s, veel te veel geïnterneerden met een mentale handicap die noodgedwongen in de gevangeniscellen moeten blijven, een tekort aan opvangplaatsen in psychiatrische instellingen en ziekenhuizen, de CAW’s hebben onvoldoende personeel om psychotherapeutische begeleidingen te doen, enz. Het feit dat psychotherapie nog altijd stiefmoederlijk behandeld wordt en de sessies niet eens terugbetaald worden door het RIZIV zegt al genoeg.

Daarnaast zijn er nog twee nieuwsbrieven die de lange wachtlijsten aanklagen:

Vlaams Belang

Uittreksel uit het programma van het Vlaams Belang over EEN SOCIALE POLITIEK:

Geestelijke gezondheidszorg. De Vlaamse Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) hebben een onmisbare opdracht in het opvangen en behandelen van mensen met psychische problemen. Een van de graadmeters voor de zorgzaamheid van een samenleving is het budget dat naar de geestelijke gezondheidszorg gaat. De vraag overstijgt nu ruimschoots het aanbod. De budgetten houden geen groeimogelijkheden meer in. Er is in werkelijkheid zelfs sprake van een jaarlijkse vermindering van de hulpverleningscapaciteit. Het Vlaams Belang wil dat daar verandering in komt.

Verder pleit het Vlaams Belang ook voor het wegwerken van de wachtlijsten in de gezondheidszorg in het algemeen.

Europa

De Europese Commissie focust in een Europees Pact voor mentale gezondheid op vijf prioritaire actiegebieden:

  1. preventie van zelfmoord en depressie
  2. geestelijke gezondheid van jongeren en in het onderwijs
  3. geestelijke gezondheid op het werk
  4. geestelijke gezondheid van ouderen
  5. bestrijding van stigmatisering en uitsluiting

Meer informatie kan u nalezen via http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/mental/mental_health_en.htm

Conclusie

De overheid is wel degelijk begaan met mensen met psychiatrische problemen.

Initiatieven hieromtrent zijn:

  • Via informatiecampages bepaalde psychiatrische problemen bespreekbaar maken en uit de taboesfeer halen.
  • Financieren en sturen van openbare zorgverlening.
  • Het coördineren van bepaalde diensten en organisaties, om zo de hulpverlening beter op elkaar af te stemmen.

De standpunten van de politieke partijen omtrent geestelijke gezondheidszorg stemmen goed met elkaar overeen: men wil in het algemeen nog meer extra middelen vrijmaken voor geestelijke gezondheidszorg, en dit ook en vooral voor het wegwerken van de lange wachttijden die nu blijkbaar bestaan.